Lire la version française    Read the English version

De vorig jaar onthulde massaspionage door de NSA zou een sterke impact kunnen hebben op de activiteiten van de grote Amerikaanse spelers in cloud computing. Deze eisen nu meer transparantie, en Microsoft heeft zelfs zopas aangekondigd data buiten de VS op te slaan.

Voor IT-professionals en burgers die zich zorgen maken over de veiligheid en privacy van persoonlijke gegevens was 2013 het jaar van Snowden: sinds afgelopen juni werden we overspoeld met onthullingen over de alomvattende digitale spionage (telefoon, internet, SMS...) door de Amerikaanse Nationale Security Agency (NSA). 

Op 6 juni 2013 werd het bestaan van het monitoringprogramma PRISM onthuld: de NSA en het FBI zouden via zogenaamde backdoors verborgen toegang hebben verkregen tot de servers van 9 grote IT-bedrijven, waaronder Microsoft, Google en Apple.

Onrust bij regeringen over de hele wereld

Dit leidde tot heel wat onrust bij de politieke en economische leiders van andere landen. Vooral omdat aan het licht kwam dat de Amerikaanse spionageactiviteiten ook de communicatie en documenten van buitenlandse bedrijven en overheden betreffen. 

In juli stelde de Duitse minister van Binnenlandse Zaken al voor dat burgers die willen voorkomen dat hun gegevens worden onderschept door Amerikaanse spionnen online- diensten moeten vermijden waarvan de servers zich in de Verenigde Staten bevinden, bijgevolg dus ook bedrijven zoals Google en Microsoft. 

Sindsdien regent het contractannuleringen en herlocaties. Zo bijvoorbeeld in India, waar een half miljoen ambtenaren zich in september gedwongen zagen geen gebruik meer te maken van berichtendiensten gelokaliseerd in de Verenigde Staten, zoals Gmail, en over te schakelen op de e-maildiensten van het Indiaase Nationale Informatica Centrum.

Tot 35 miljard dollar op het spel voor de Amerikaanse reuzen

De inzet is enorm en volgens de Information Technology and Innovation Foundation dreigen Amerikaanse cloud providers in drie jaar tijd 22 tot 35 miljard dollar te verliezen als gevolg van de repatriëring van gegevens door niet-Amerikaanse klanten naar het buitenland.

Geconfronteerd met deze bedreiging voor hun omzet hebben de Amerikaanse IT-reuzen gereageerd. Ze hebben voor de rechtbank gepleit om meer details te mogen publiceren over wat wel en wat niet gesurveilleerd wordt in hun bedrijf. Traditionele concurrenten zoals Google en Microsoft hebben daarbij hun krachten gebundeld tegen de hun opgelegde geheimhoudingsplicht. 

Op 27 januari gaf de Amerikaanse regering toestemming aan bedrijven om (verzamelde, maar geen gedetailleerde) cijfers te publiceren over informatieaanvragen door de Amerikaanse inlichtingendiensten. Alvast een stap vooruit, al blijft de vraag open naar de spionageactiviteiten die zonder de toestemming van deze bedrijven werden gepleegd door het hacken van hun servers en software.

Een sterk groeiende markt

De klanten geruststellen blijft een prioriteit: Microsoft gaf als eerste bekend vanaf 22 januari aan buitenlandse klanten aan te bieden hun gegevens buiten de VS te hosten. 

Gespecialiseerde cloudbedrijven zijn actief in een groeiende markt en daarom blijft veiligheid een gevoelig thema: een Forrester onderzoek bij IT-experten in bedrijfsnetwerken van Europese ondernemingen met meer dan 1000 medewerkers geeft aan dat de invoering van de private cloud (een netwerkinfrastructuur voor een enkele organisatie) tussen 2012 en 2013 van 25 naar 42% is gestegen.